|
|
10 tips voor onderhoudsmonteurs
|
 Als monteur van heftrucks of andere machines heb je fysiek zwaar werk, zeker als je buiten aan de slag bent. Ondanks dat je werkt met de beste gereedschappen, kan je werk je lichaam op den duur slopen. Tien ergonomische tips van het Bureau voor Fysieke Arbeid helpen dat voorkomen.
Het vak van monteur is mooi, maar ook fysiek zwaar. Tijdens de workshop ‘Stilstaan bij bewegen’ leert het Buro voor Fysieke Arbeid (BvFA) monteurs ergonomisch verantwoord werken. BvFA-arbeidsdeskundige Ewout Brehm: “In het eerste deel van de workshop staat bewustwording centraal. We laten beeldmateriaal zien en leren de cursisten kijken en analyseren. Daarnaast trainen we in de praktijk diverse standaardsituaties die de monteurs ook in hun dagelijkse werk moeten toepassen. Het tweede deel wordt na enkele maanden gehouden. Dan worden ervaringen gedeeld en verder getraind op vaardigheden.”
Initiatief BMWT
De workshop is geïnitieerd door de BMWT en wordt verzorgd door Hanneke Timmers en Ewout Brehm van het Buro voor Fysieke Arbeid uit Sint-Oedenrode. Hieronder de tien belangrijkste tips van de workshop.
Tip 1: Richt je werkplek goed in
Voordat je begint met sleutelen bedenk je wat je gaat doen en in welke volgorde. Zet alle benodigde spullen klaar, zoveel mogelijk binnen handbereik. Leg spullen niet allemaal op de grond – je moet dan onnodig vaak bukken – maar gebruik de machine als aflegplaats. Wat je rechts nodig hebt, leg je rechts neer en andersom. Zwaardere dingen direct op hoogte leggen: anders moet je twee keer tillen. Zorg sowieso dat de loop naar de servicebus vrij is. Een struikelpartij kan vervelende gevolgen hebben.
Tip 2: Links en rechts werken
Sleutel je altijd met rechts? Dan belast je je rechterkant van je lichaam zwaarder dan de linker. Sleutel ook eens met links. Het vraagt enige gewenning, maar is wel minder belastend voor je lichaam. Probeer je linkerhand te gebruiken voor werkzaamheden die je links van het lichaam doet en de rechterhand voor werkzaamheden die je rechts doet. Ligt een onderdeel links en heb je het rechts nodig? Pak het dan niet met rechts door je lichaam te draaien, maar pak het met links en geef het door aan je rechterhand.
Tip 3: Gebruik hulpmiddelen
Moet je hoger op de machine werken? Maak er geen gevaarlijke klauterpartij van maar gebruik een trapje. Gebruik de machine als hulpje. Draai de machine zo, dat je het blad als opstapje of staplaats kunt gebruiken. Moet je bij de zijkant van de motor zijn? Draai de machine 90 graden. Vraag ook gerust de chauffeur van de machine om je te helpen.
Tip 4: Werk zo dicht mogelijk bij je lichaam
Wanneer je ver van je lichaam werkt, werk je dicht bij de eindstand van je gewricht. Dit is erg belastend en kan zelfs chronische klachten opleveren. Werk in de neutrale stand van je gewricht, zo dicht mogelijk bij je lichaam. Dan ben je het sterkste en is de kans op blessures minimaal. Moet je iets pakken dat verder weg ligt, reik of strek dan niet maar stap er naar toe.
Tip 5: Kies de juiste stahouding
Een goede uitgangshouding en voetenplaatsing zijn essentieel om stabiel te staan tijdens je werk. Ga nooit op één been staan. Voeten op schouderbreedte, knieën licht gebogen en nooit op slot. Zorg dat het midden van je hele lichaam naar het werk is gericht. Dat zorgt voor symmetrie en voorkomt dat de rug te ver moet worden gedraaid. Moet je links of rechts van je werken, stap dan bij en breng je lichaam weer recht voor het werk. Ga dus niet met gedraaide rug aan het werk.
Tip 6: Zorg voor ontspanningsmomenten
Tijdens het werk sta je soms lang in een minder ideale houding. Voorover gebogen bijvoorbeeld. Wanneer je lang zo staat, wordt je lichaam onnodig zwaar belast, omdat je rug in een eindstand staat. Ga regelmatig rechtop staan om te ontspannen. Boven je macht werken geeft ook veel belasting. Probeer regelmatig je armen te ontspannen. Werk sowieso afwisselend met links en rechts.
Tip 7: Kies een juiste handvatting
Zware voorwerpen vastklemmen tussen je handen of je vingers strak om een handvat houden, is erg belastend. Zoek een andere manier. Ook een voorwerp oppakken dat ongunstig ligt, doe je met beleid. Kantel, draai of schuif het zo, dat je het gemakkelijk kunt oppakken.
Tip 8: Tillen met rechte rug
Een bekende tip: tillen doe je met je knieën, met een rechte rug. Minder bekend is dat je dicht bij je lichaam moet tillen. Dan is het zwaartepunt dichtbij en kost het tillen minder kracht en is minder belastend. Moet je een voorwerp tillen met één handvat – een jerrycan bijvoorbeeld – zet dan je andere hand ter ondersteuning op je bovenbeen.
Tip 9: Op je knieën zitten
Moet je laag bij de grond werken, doe dit dan niet met gebogen rug of gehurkt. Ga op één of beide knieën zitten. Je kniegewricht wordt dan niet onevenredig zwaar belast en je bloeddoorstroming blijft goed. Zorg er wel voor dat je niet op een koude of natte ondergrond gaat knielen. Gebruik een mat.
Tip 10: Zoek ondersteuning met je hand
Soms ontkom je er niet aan dat je je lichaam in ongemakkelijke, hangende of half liggende houding moet manoeuvreren om ergens bij te kunnen. Ondersteun je lichaam dan met een hand. Moet je langer zo staan of liggen, kom dan regelmatig overeind en ondersteun afwisselend met links en rechts.
Meer informatie: www.bvfa.nl. Via de BMWT is de workshop ook aan te vragen voor lidbedrijven.
Dit artikel verscheen eerder in ‘Bouwmachines’ van oktober 2014. De tekst is van Harrie Hoitink.
|
|
